zondag 18 november 2012
NYC dag 1
zondag 19 december 2010
Seoul
Ik had een date met een meisje waarvan je zou kunnen zeggen dat ze zich bewust was van haar uiterlijk. Een mooi, typisch Koreaans gezicht, veel make-up en met schattige, Japanse teddybeer producten in haar tas. Terwijl wij middels mijn camera mijn reis door Korea tot dan toe doornamen, stopte ze bij foto's van een tournament waar ik bij was. Dit tournament was niet zomaar een tournament, maar de eindfinale van Koreaanse volkssport no. 1: Starcraft, of zo liet ik mij vertellen. Dit videospel vergaarde al flink wat beroemdheid in de rest van de wereld, maar in Korea zouden ze een t.v. station hebben wat 24 uur aan het spel geweid is. Ook worden kampioenen als topsporters behandeld en vereerd, en liegt het prijzengeld er niet om. Inderdaad, de winnaar van deze finale won ook 100 miljoen won (80.000 euro), dus dat is inderdaad niet mis voor iemand die waarschijnlijk bij zijn moeder in de kelder voor de grote match oefent.
Het was alleen niet in me opgekomen dat het ook echt onder het volk zo zou leven. Ook bij eerdergenoemd Koreaans meisje - uit bovenstaande beschrijving valt te zien dat ze niet zomaar een type voor sport is, laat staan videogames - had ik verwacht een sneer te krijgen dat ik naar zo'n nerden-evenement ging. Toen zij de foto's zag, keek ze echter blij verrast op en vroeg mij: "Ben je naar de finale van Starcraft geweest? Wie heeft er gewonnen?" Nadat mijn talenknobbel zweerde van de pijn bij het horen van de Koreaanse uitspraak van Starcraft (Suhtakuraputuh) antwoordde ik, minstens zo verrast: "Ehm, die ene gast, hoe heette ie ook weer, OGSMC toch?". Het was moeilijk de winnaar te onderscheiden van de verliezer: Beiden hadden hetzelfde kapsel en dezelfde brillen en een blik op hun gezicht die een tekort aan slaap en een overdaad aan Mountain Dew verraadde. Joep en ik moedigden de winnaar aan omdat ie in het begin een zin Engels sprak, iets wat de rest van de finale ontbeerde. Het was natuurlijk mooi om bij zo'n finale-evenement te zijn, maar 2 uur Koreaans maakt wel pap van je oren. Het was misschien nog wel mooier om te zien dat zo'n poppig meisje blijkbaar ook op de hoogte is van de nieuwste gebeurtenissen binnen dit spel. Echt een volkssport dus!
Seoul verder: Een moeilijk te bevatten stad. Een enorm woongebied, met veel grote betonnen flats die een beetje aan de noorderburen doen denken. Deze zie je echter niet als je binnen de voorgeschreven buurten blijft. Dit weekend was ik hoofdzakelijk in Hongdae, waar ook mijn hostel was. Als ik eerlijk moet zijn was deze buurt (naast de grens met Noord, waar ik ook nog heel graag heen wil) de enige echte reden om nog eens terug te gaan. Koreanen zijn een stuk expressiever dan Japanners, en in deze buurt waren de studenten van de plaatselijke kunstuniversiteit zwaar gerepresenteerd, met gave muziek, dansende mensen, koopwaren en de hele zooi. Echt prachtig om in zo'n grote stad zo'n levend dorp met actieve, creatieve mensen tegen te komen. Hier heb ik ook een hele avond doorgebracht, en zelfs toen ik rond 3/4 naar huis ging waren de straten nog tot de nok gevuld met beschonken Koreanen. Verder heb je nog Myongdong, met een leuke markt met nepspullen, een berg in het centrum die uitzicht geeft over de stad (Namsan), we gingen naar Jongro, waar wat oudere gebouwen staan, en naar Hyewa, ook een studentenbuurt waar een standbeeld van Gandalf staat. Wat ik van Itaewon heb gezien maakt het tot een vreselijke buurt waar Amerikaanse legerlieden wild rondlopen, de prostitutie wanhopig is en de algemene atmosfeer echt het Engelse woord "seedy" belichaamt. Het voelt een beetje als een anachronisme, want ik zag de nummers van Tom Waits zo voor mijn ogen flitsen, en de wereld waar hij in opgroeide bestaat al lang niet meer in Amerika.
Nog meer dan Tokyo is Seoul een stad onderverdeeld in wijken: een grote agglomeratie die alles op zijn/haar pad opslokt. Het is ook een groeiende stad, die nog elementen heeft die je in Japan niet meer ziet, en die hem/haar voor mij een mix maken tussen Tokyo en wat ik me bij Beijing voorstel. Ik wil er graag nog een keer heen, al is het omdat ik Hongdae echt een geweldige plek vond, en dat ik nog een hoop vrienden daar heb die door de korte termijn geen gat meer konden maken in hun agenda. Zij werken namelijk allemaal bij bedrijven als Samsung of LG, en de structuur is daar nog meer rigide dan in Japan. Met het goedkope eten en de prachtige vrouwen is Seoul over het algemeen wel echt een stad die ik aan zou kunnen raden, maar zorg wel dat je er mensen kent om er het beste uit te halen. Seoul geeft zich niet zomaar bloot.
vrijdag 21 augustus 2009
De laatste loodjes!
Ik geloof niet dat ik ooit zo snel 9 dagen heb meegemaakt. Enerzijds lijkt het of het een eeuwigheid geleden is dat we onze reis in Fukuoka begonnen, maar aan de andere kant voelt het alsof het gisteren was dat ik ze bij het vliegveld ophaalde.
Op tijd stond ik op het vliegveld, me op de een of andere manier minder bewust van het feit dat mijn goede vrienden, die ik al 10 maanden niet had gesproken, zometeen voor mijn neus zouden staan. Blijkbaar was ik me nergens echt goed bewust van, want ik stond bij de verkeerde gate op het verkeerde vliegtuig te wachten. Het enige wat ik als verdediging kan gebruiken is dat werkelijk elk vliegtuig uit Tokyo kwam, dus ik was een beetje verloren geraakt in welke het ook weer was. Na een uur wachten, vervolgens paniekeren, en rondrennen, stonden daar toch ineens mijn drie kornuiten, bepakt met gigantische rugzakken! Het was een gelukkig weerzien, en als vanouds zaten we direct weer te converseren over alle dingen die ons bezig houden. Ze hadden een voorspoedige reis gehad, maar waren wel wat uitgekakt, dus ik zette ze af in het hostel, waarna ik gewoon weer de trein naar suburbia pakte, naar mijn nederige flat. Dat voelde ook vreemd, om ze zo snel niet meer te zien.
We kwamen aan op Hiroshima, en stapten over op de trein naar Miyajima-eiland, waar een UNESCO World Heritage voor de kust pronkt in de vorm van een schrijn en bijbehorende poort in het water. We sliepen in een hostel voor de kust, wat een stuk goedkoper is dan op het eiland slapen. We begrepen al gauw waarom, want ik heb nog nooit zo’n brak gebouw gezien. Gebouw gebruik ik in een ruime strekking, want meer dan een blok beton was het niet (aan de binnenkant niet eens geverfd), met veel harde matrassen en douches waar je voor 100 yen (70 cent) 5 minuten kon douchen. Lekker dan. We lieten de bagage achter, en namen de boot naar het eiland waarvoor we kwamen. We wilden bij een restaurant eten waar we de vorige keer ook waren, maar alles op het eiland bleek al gesloten, hetgeen ons uiteindelijk slechts de keus gaf weer de boot naar de vaste wal te nemen. We gebruikten een sobere maaltijd bij een naburig tentje, en gingen terug naar het pauperige hostel. Tot onze grote verbazing bleek de sfeer daar alles goed te maken voor de faciliteiten. Met erg vriendelijke stafleden en gezellige mede-overnachters werd het een steeds gezelligere avond, en voor we het wisten lagen we pas rond half 4/4 uur in bed. Nogal mooi!
De dag erop naar Nara, waar je veel herten hebt en een gigantische tempel met een grote Boeddha erin. Hier liet ik me weer gelden als grote romanticus, want toen 2 betrekkelijk aantrekkelijke meisjes ons vroegen of we met ze op de foto wilden, zei ik dat ik dat wat vreemd vond omdat ik ze helemaal niet ken, waarna zij beschaamd met de staart tussen de benen ervandoor snelden. Helaas ben ik altijd eerlijk voordat ik romantisch ben, wat me ook nu weer parten speelde. De ervaring van Nara werd er echter niet minder op, en na wat rondgelopen te hebben door het tempelgebied namen we de trein terug naar Kyoto, waar we naar de Fushimi-Inari schrijn gingen kijken. Deze schrijn is zeer beroemd om het belachelijke aantal torii (rode Shinto poorten) dat er staat. Erwin wist niet waar hij het moest zoeken met zijn camera, en de rest van ons zat ook flink te schieten. We bleven daar zo lang dat we uiteindelijk terug moesten omdat het donker begon te worden. Je kan daar letterlijk een dag rondlopen en er nog niet genoeg van krijgen. Het leek me een aardig idee om de boys wat sushi te laten eten, dus nadat we weer in de binnenstad waren gingen we naar de plaatselijke draaimolen sushitent, waar ze speciale bestellingen met een mini-Shinkansen naar je toe rijden. We hebben ons voor weinig geld erg vol gegeten, en gingen nog even naar de arcade, waar Erwin liet zien erg getalenteerd te zijn in spellen op de arcadekast. We vermaakten ons flink, en jaagden er ook flink wat geld doorheen. Om dus het bijbehorende schuldgevoel teniet te doen namen we niet de bus, maar liepen we naar huis. Op de een of andere manier zijn we die avond stomdronken geworden, en hebben we dingen gedaan die het daglicht, of mensen van niveau, niet kunnen verdragen. Het begon allemaal met een biertje voor onderweg, en zo ging dat maar door. Het was in ieder geval gezellig, zullen we maar zeggen.
Rauw paard
Walvis
Rauwe onbekende vis, die we na zijn vlees te hebben opgegeten bakten, en ook nog eens zijn botten opaten.
Schelpvis, met wat rare troep erin.
Exotisch was het woord van de dag, en redelijk beschonken keerden wij terug met de taxi naar ons oude hippie hostel. Weer een lekkere wilde dag met interessante belevenissen!
En dat is het! Men vertrok vanochtend rond 1 uur met de bus naar het station om naar Tokyo verder te reizen, waar ik niet mee naartoe kan gaan. Dit om financiele redenen, maar ook omdat ik gewoon geen tijd heb om mee te gaan in verband met het afmaken van een werkstuk. Dit lange stuk is ook een prachtig voorbeeld van studieontwijkend gedrag, maar officieel begin ik morgen pas. Vandaag ontmoet ik Mattias hier nog in Kyoto, en ga ik morgen terug naar Fukuoka.
Ik ga denk ik volgende week nog even wat schrijven over Fukuoka in het algemeen, en nog een klein overzicht geven van speciale eventen dit jaar die mijn dagelijks leven doorbraken. Tot over 2 weken, als ik weer in Nederland terug ben!
maandag 23 maart 2009
Sakura, en het kijken naar bloemen!
vrijdag 6 februari 2009
Op veler verzoek..
Nuja, er gebeurt eigenlijk niet zoveel wat jullie nog niet weten, maar laat me beginnen met waar ik was gestopt: De reis van Angel en mij naar Nagasaki! Daar stonden we dan, in de klauwen van de draak, wachtend om verorberd te worden als hulpeloze schapen, maar toen kwam Fritsie! We gingen voor Nagasaki eerst nog even een dagje heen en weer naar een plek genaamd Dazaifu. Dit is de grootste toeristische plek in en buiten Fukuoka, wat treurig is, want dit betekent dus ook dat er in de stad niet zoveel te doen is. Dazaifu verdient echter wel wat meer aandacht, want het is ook best een mooie plek. Het staat binnen Japan bekend als de Shinto schrijn waar je kan bidden en offers maken voor het binnenkomen van je gewenste universiteit of die baan krijgen waar je altijd van droomde. Het ligt een half uurtje buiten Fukuoka, en natuurlijk is de tempel omgeven door toeristische winkeltjes. Studenten die we waren, negeerden we deze straal en gingen we door naar de tempel zelf. Het was niet zo druk, dus dat was wel fijn, en we besloten van de gebaande paden af te gaan door op een willekeurige plek de berg die om de schrijn heen lag te gaan beklimmen. Toen stonden we ineens in een gebied waar helemaal niemand stond, met aan de ene kant beneden de schrijn, en de andere kant beneden een wazig pretpark waar niemand was. De apparaten werkten echter wel, wat leidde tot een nogal schimmige sfeer. Vervolgens liepen we langs nog een klein verlaten Shinto complex, door een rustiek gebied met allemaal Torii (Van die rode poortjes) en het geheel zag er erg mooi, zei het verlaten uit. Uiteindelijk kwamen we zelfs uit bij een tunnel met een steen ervoor, dus de referentie naar de film Spirited Away (voor wie hem gezien hebben) was compleet! We wilden als afsluiter voor deze vreemde dag gaan eten bij het Zwitserse restaurant "Hause", maar dat bleek nogal populair te zijn en het deed de eigenaar pijn in zijn hart om wat mij, waarschijnlijk volgens hem een potentiële Zwitser, en Fritsie en Angel af te moeten wijzen in zijn nederige stulp. Tot nu toe heb ik daar nog niet kunnen eten, maar dat moment komt nog wel!
Vervolgens: Nagasaki! We zouden wat later op de dag gaan, want ons contactpersoon Martijn had nog wat zaken te regelen, dus dat paste goed bij Angel en mijn schema: niet zoveel doen. Uiteindelijk zaten we toch echt in de supermooie trein naar Nagasaki, die eruit zag als een Shinkansen maar dan ook nog met leren stoelen! Hier dient bij vermeld te worden dat Angel en ik in Kyoto een 5 dagen kaart hadden gekocht. Deze kaart kon je 5 afzonderlijke dagen afstempelen om een hele dag te kunnen treinen. Omgerekend kostte dat maar 19 euro per dag ofzo, en was dat dus een uiterst goeie deal. De catch hier was dat je alleen maar normale treinen kon gebruiken en sommige iets snellere, maar het kost dus wel erg veel tijd. Wij naïevelingen verkeerden onder de indruk dat je dan ook wel die trein naar Nagasaki kon gebruiken, omdat ie niet onder de Shinkansen viel. Aangezien er nog maar 3 stempels over waren, besloot ik toen (dit nog niet wetende) een apart retourtje te kopen, zodat Angel de laatste 3 kon gebruiken voor een retourtje Nagasaki en de terugweg naar Kyoto. Natuurlijk bleek die stempelkaart niet te gelden uiteindelijk, en moest hij uiteindelijk meer dan ik betalen. Dat was dus redelijk zuur, maar uiteindelijk kwamen we toch aan en werden we opgehaald door Martijn en Allard. Het was een gelukkig weerzien, ook al had ik ze dan een maand geleden al gezien. Fritsie zou later komen, want het leek hem een goed idee om met 9 andere Nederlanders het Nieuwjaar in te luiden.
Nu moet er ook even uitgewijd worden over hoe het in Nagasaki verliep. Het slapen zou een probleem worden, want we zouden bij de Nederlanders aldaar slapen, maar er was daar geen slaapgerei. Ik had gelukkig een klein matrasje bij me, en Angel was iets te licht bevoorraad, maar het ging nog net, dachten we. Echter, de huiskamer was akelig koud, ook al stond de verwarming dan op maximaal. Het zou nog een probleem worden als Fritsie kwam, want die had helemaal niets bij zich. Voordat slapen een probleem zou worden, gingen we echter eerst Okonomiyaki (Japanse pannenkoek met ei en groentetjap) eten in een authentiek klein restaurantje alwaar wij gratis eten kregen omdat we buitenlanders waren. Vervolgens spoedden wij ons naar een Baard's izakaya (drinkplek waar je ook wat kan eten) en hebben we een hele gezellige avond gehad.
Omdat bij de vorige keer Nagasaki de trekpleisters van de stad er een beetje bij in waren geschoten, gingen we de volgende dag naar het Vredespark, wat dicht in de buurt lag bij de appartementen. We konden, zo merkten we, niet naar het museum wat erbij hoorde omdat het al zo dicht bij oud en nieuw was, dus we liepen alleen rond in het park, om daarna door te struinen naar het epicentrum van waar de bom echt was gevallen. Het schijnt dat het museum een hevige indruk maakt, maar ook bij het zien van deze zaken raakte ik al een beetje ongemakkelijk. Het blijft voor mij toch moeilijk te geloven hoe de mensheid tot zoiets gedreven kan worden, hoe cliché dat dan ook klinkt. We ontmoeten bij het hypocentrum de vriendin van Martijn: een ontmoeting die insloeg als een bom! (Sorry) We liepen wat verder door, en besloten de kabelbaan te nemen naar de top van een berg die uitkijkt over de stad en de bijbehorende baai. Het blijft toch ongelooflijk vet om een verlichte stad te zien van zo hoog, en al helemaal een in de bergen gelegen Nagasaki, zoals de foto's hopelijk een beetje zullen kunnen laten zien. We gingen maar eens terug om een sober maar duur maal te genieten bij een Indiaas restaurant, om vervolgens onze troost te zoeken in de drank bij een all-you-can-drink actie bij een naburige izakaya, genaamd Izakeya, nogal origineel! Lekker hard wegtikken, en gezond dronken stonden wij rond half 1 op straat, om nog even de Mac aan te doen, en uiteindelijk daadwerkelijk terug te keren naar huis. Rond half 3 lagen we in bed.
Wie uiteindelijk heeft toegezegd om de ochtend over 2 dagen om 9 uur klaar te gaan staan voor een tripje met Baard langs de kusten van Nagasaki weet ik niet, maar het was niet het meest handige idee. We hadden namelijk veel gedronken, en niet zoveel geslapen, maar trouw aan onze belofte stonden Martijn, Angel en ik om 9 uur 's ochtends voor het uitwisselingsstudentenappartementencomplex (lingo!) te wachten op Baard, die gewoon een half uur te laat kwam ofzo. We waren echter zeer melig, dus dat maakte niet zoveel uit.
Voordat ik verder vertel over de trip, wil ik jullie er even eraan herinneren dat Baard al 4 jaar lang een stevige Nederlandse klandizie geniet, en dat dit niet is om zijn lage prijzen (ze zijn namelijk redelijk hoog), maar omdat hij echt een onwijs mooie kerel is. Hij runt een kleine tent waar hij en zijn vrouw achter de bar staan, tegelijk voor hun baby zorgen, en de dochter laten serveren of gewoon rondrennen voor algemene schattigheid. Ik ben nooit zo goed met kinderen, maar deze was wel een drolletje. In ieder geval, buiten de leuke gesprekken in de izakaya, brengt hij je ook wel eens thuis na het drinken als ie er zin in heeft, en neemt ie studenten mee op een rondreisje.
Vandaar dus ook dat hij ons deze kille, winderige ochtend meenam langs de kliffen van de Nagasaki-provincie. Wat een prachtige natuur daar zeg! Ik was tot nu toe in Japan vooral in de steden geweest, maar om nu dus de zon te zien reflecteren op een woelige zee, met rotsen die uit het water steken en de vissersdorpjes die de kust tekenen, was een ervaring die ik nodig had om een vollediger beeld te krijgen van Japan. Wat echter wat minder prachtig was, was dus dat zowel Baard als wij niet veel hadden geslapen, met Martijn als recordhouder met 3 uur, en dat vooral tegen het einde van de dag het wat vermoeiender werd om steeds de conversatie op gang te houden. Echter, we hebben gezien tijdens deze trip: Supertoilet, een brug over een wilde rivier, Huis Ten Bosch (het Nederland-pretpark, met een domtoren in het midden van het Japanse platteland!), Baard's geboortedorp Hasami, Baard's familie, en prachtige rijstterrassen. Supertoilet was een hele vette plee in een hotel waar Baard nog nooit heeft geslapen of gegeten, maar wel zijn behoefte heeft gedaan. Huis Ten Bosch is een plek waar ik nog steeds heen wil, maar ik hoor alleen maar negatieve verhalen over die plek, dus misschien moet ik het maar gewoon opgeven. Het klinkt echter best grappig om naar een pretpark te gaan wat gebaseerd is op het land waar ik vandaan kom. In het dorpje Hasami ontmoetten wij dus Baard's zus, een eigenaar van een lokale schoonheidssalon, en zijn ouders, eigenaren van een heel oud huis en mooie dingen. Ze leken allemaal niet zo verbaasd om buitenlanders te zien, maar Baard doet dit dus wel vaker. We gingen daarna eten bij een heel afgelegen maar mooi restaurantje, waar het eten heerlijk was, maar wel duur. Baard betaalde gelukkig, wat Angel en Martijn en mij wel ietwat ongemakkelijk maakte, maar hij had ons uitgenodigd, en de Japanse regel is dan geloof ik dat diegene ook betaalt. Aan het eind van de dag was de energie er dus niet helemaal meer, maar we hadden echt een topdag gehad, en na Baard hartelijk bedankt te hebben namen we de bus naar huis. Iedereen was zo gaar als een balletje, en Fritsie zou die avond komen, maar hij kwam later, en dus moesten we zonder hem naar de mooiste onsen (heetwaterbron) van de stad. Het fijne aan deze onsen is namelijk dat hij uitkijkt over de stad van dezelfde berg als die we eerder beklommen hadden met de kabelbaan (liever lui dan moe), en je moet je dan dus voorstellen dat je over die prachtige lichtshow die Nagasaki heet uitkijkt terwijl je ligt te weken in een kakkend heet bad. Supermooi! We deden ook een zoutsauna en een koolzuurbad aan, en met deze exotische ervaringen in onze zakken gingen we terug, om te merken dat Fritsie al een tijdje op ons stond te wachten. We gingen dus maar snel wat eten, en keerden met Fritsie terug naar huis. Het was ook ondertussen al redelijk laat, dus ik geloof niet dat we nog veel anders hebben gedaan. Het slapen werd een beetje een avontuur, want Fritsie had al nogal veel last van zijn onderrug, en het feit dat ie op een bank van 1.2 meter lang moest slapen hielp daar niet echt in. Hij kon dus niet goed slapen, en besloot de volgende dag maar een hotelkamer te gaan huren, wat wel treurig was, maar goed, had ie maar slaapspullen mee moeten nemen!
Met Fritsie binnen onze gelederen, begaven Martijn, Angel en ik ons naar wat ik denk dat je het centrum van Nagasaki zou kunnen noemen, genaamd Hamanomachi. Daar hadden ze een briljant Frans-achtige Starbucks met als groot voordeel dat ze er een item verkochte wat heet: de Choco-cro. Een croissant met gesmolten chocola, en ik weet niet hoe ze hem zo lekker maken, maar ze doen het. Jammer dat die in Fukuoka in het centrum is, en dat ik dus 40 minuten heen en 40 minuten terug moet peddelen als ik er een wil eten. Goed, we keken nog wat rond, ik begon mijn zoektocht in Nagasaki voor een vette hoed (nu Tokyo, Kyoto, en Fukuoka hadden gefaald), faalde hier ook, en we liepen door Chinatown in 5 minuten omdat het maar een straat was. We namen voorts de tram naar een plek genaamd Glover Garden, een soort Disney-achtige verwerking van een stukje geschiedenis betreffende een Schot die in Japan een bedrijfje opzette. Leuk om te lezen en te kijken, en vooral ook leuk voor een prachtig uitzicht over Nagasaki, hoewel niet te lang want het was wel redelijk koud daar. Het was alweer laat, want we waren laat opgestaan omdat we nog moe waren van de trip met Baard, en dus gingen we ons klaar maken voor goedkoop eten bij de buurt-Gyuudon-zaak (rijst met koeienvlees erop). Goedkoop dus, en lekker, maar misschien wat onromantisch als je je bedenkt dat het oudejaarsavond was! We gingen naar huis, keken naar de geweldige actiefilm Kung-Fu Hustle, of eigenlijk mensen daar deden dat, want ik kon met Boeddha AKA Dingjan z'n Skype voor heel weinig pecunio's gewoon bellen naar huistelefoons in het vaderland. Dit deed ik dus, want ja, het was voor ons toch al bijna Nieuwjaar.
Nu, met Nieuwjaar ga je als Japanner naar je familie, en doe je daar niet zoveel buiten eten en drinken, wat nogal afsteekt tegen wat wij Nederlanders doen met onze Iraksimulaties elke nacht van 31 december. Temeer omdat wij geen familie hadden om naartoe te gaan, besloten wij maar op de eerdere uitnodiging van de Izakeya (da's dus die andere izakaya, nogal verwarrend) in te gaan en gingen we aldaar het nieuwe jaar indrinken. We kregen toshikoshisoba (Nieuwjaarsnoedels) van de eigenaar voor gratis en we gingen heel erg wild met de drank! Zie hiervoor ook het filmpje op Martijn's blog, waarin Boeddha een gehele pitcher met Screwdriver erin wegtikt, tot ontzag of walging van omstanders. Mijn respect had ie, en voor de rest van de avond heb ik het echt heel vet gehad. Veel lullen over het leven met Sander, die ook veel met Fritsie lulde, wat mooi was, want ik maakte me eerst wat zorgen over een Koreaan die ook geen Engels kan tussen alleen maar Nederlanders. Fritsie is echter niet voor een gat te vangen, en die zorgt wel dat ie gehoord wordt. Nou, de klapper was er, en met vele situaties besefte ik me toch ook maar weer dat het alweer 2009 is, en dat ook dit jaar speciaal gaat worden. Mijn goede voornemen was hetzelfde als altijd, maar het feit dat ik hem maakte in een toko met een hoop aangeschoten Japanners, 9 Nederlanders en 1 Koreaan in Nagasaki maakte dit toch ook weer tot een speciale ervaring!
Wat echter het voordeel is aan vroeg naar bed gaan met oud en nieuw, is dat nieuwjaarsdag ook niet bekend staat als nationale zouteloze uitbrakdag. Relatief dan, maar de volgende dag zaten Fritsie en ik toch weer rond 3 uur terug in de trein naar Fukuoka. Angel zou later komen met de normale trein, want die had die stempels die hij nog op moest maken. Ik ging rustig wat eten met Fritsie bij het AEON winkelcentrum, het symbool van kapitalisme, en later kwam Angel aan, die bij mij zou overnachten alvorens zijn reis terug te maken naar Kyoto waarvoor hij vroeg op moest, want anders zou het niet lukken in een dag. Zo gezegd zo gedaan, Angel vertrok die dag, en ik sliep erg lang uit, met een hele hoop tijd voor mezelf, wat wel fijn was. Ik had namelijk wel twee weken een kompaan gehad, en je raakt na zo'n tijd toch weer gesteld op je privacy, hoe gezellig het ook was. Niet in het minst omdat we de volgende dag alweer op reis zouden gaan, dit keer met de mensen van mijn programma in Fukuoka.
3 januari, 9 uur, stonden we met zijn allen klaar voor het kantoor van het studentenappartementencomplex, met alcohol en snoep voor heel Zimbabwe, om te vertrekken op een reis die ons zou Leiden naar Beppu, de onsen-hoofdstad van Japan. We raakten echter al verdwaald toen we 1 uur op reis waren, en we raakten 3 keer bijna een andere auto/persoon, maar dat weerhield ons er niet van om een geweldige tijd te hebben, en uiteindelijk weer iedereen te ontmoeten bij de berg met de prachtige naam: Aso-san. We aten onze eerder gekochte lunch, en we keken uit over het werkelijk prachtige en redelijk vreemde uitzicht van dit vulkaangebied. We zagen nog een skigebied wat uit het niets leek te komen, zagen wat stoom oprijzen uit de bergdalen waar we doorheen reden en we gingen naar Japan's langste of hoogste touwbrug die zich ook echt in de middle of nowhere bevond. Kortom, we zagen dus een hoop leuke dingen van het eiland Kyushu in korte tijd, en het was veel in de auto zitten, maar daarom niet minder leuk. Aan het begin van de avond kwam deze potpourri van internationale studenten aan in Beppu, en gingen we meteen de onsen in. Het grappige is dat ik, ook al was ik er 3 jaar geleden al eerder geweest, nog steeds dacht dat iemand constant een scheet aan het laten was. Beppu stinkt namelijk overal naar zwavel, maar als je daar aan gewend bent (of misschien daardoor) snap je wel meteen waarom het de onsen-hoofdstad wordt genoemd. Misschien had die onsen in Nagasaki wel het mooiste uitzicht, maar degene die we bezochten in Beppu was echt heel comfortabel en had verscheidene baden. Na 2 uur lang ze allemaal uitgeprobeerd te hebben besloten we maar eens te gaan eten bij een izakaya, en het bier genieten begon. Veel kip, en veel bier, zoals ik het graag heb, en veel praten met verdacht veel mannen en verdacht weinig vrouwen, gezien het ratio binnen ons programma. We hebben namelijk maar 7 mannen, waarvan een getrouwd en een homo, en 19 vrouwen, dus we zijn niet echt goed vertegenwoordigd. Echter, aan de etenstafel blijven we bij elkaar zitten om ons overgebleven testosteron te beschermen.
Het drinkfestijn zette zich door in het hotel, maar door een algemeen slaaptekort legde ik de controller neer (lees: gooide ik de handdoek in de ring) rond 3 uur, wat een slimme zet bleek te zijn want we moesten de volgende ochtend toch weer opstaan om ons aan het rigoureuze schema van onze Japanse tutoren te houden. Zo gezegd zo gedaan, en met een ietwat brakke maar niet slapeloze kop zat ik de volgende ochtend in de auto om de reis voort te zetten. Die dag zijn we geweest naar een belachelijk mooie Shinto-schrijn waar van ik de naam vergeten ben, en bezochten we Kitakyushu waar ik nog steeds niet echt van begrijp wat de bedoeling was. We aten daar een apart soort Curry, die echt heel erg lekker was, maar iedereen was zo moe na die nacht zuipen in het hotel dat we eigenlijk beter wat eerder naar huis hadden kunnen gaan. We kregen daar echter nog wel een mooi uitzichtpunt te zien, maar ik was maar wat blij toen ik weer in mijn bed lag, me niet teveel proberen te realiseren dat ik de volgende ochtend weer om half 10 op zou moeten.
Al met al was de kerstvakantie dus nogal druk, en heb ik er achteraf eigenlijk het maximale uitgehaald! Ik was wel moe aan het eind, maar dat is een moeheid die men in een wat extremere mate gevoeld moet hebben toen ze de Mount Everest hadden overwonnen. Kyoto, Nagasaki, Beppu. Een redelijk extreme opsomming zou ik zo zeggen, en een die mij tot de dag van vandaag in mijn portemonnee treft. Ik heb de afgelopen anderhalve maand redelijk op zwart zaad gezeten door enthousiaste uitgaven, maar dat kan ik me veroorloven, omdat ik in mijn normale dagelijkse leven bijna niets uitgeef. Mijn dagelijkse uitgaven zijn als volgt: Ik eet 1 snee brood in de ochtend, eet dan een lunch van ongeveer €2,50 en kook avondeten voor ongeveer hetzelfde bedrag. Tel dat laatste echter weg op maandag, woensdag en vrijdag, want dan krijg ik mijn avondeten betaald door mijn ouderejaars van de karateclub. Zoals al eerder vermeld, blijf ik me hierbij ongemakkelijk voelen, maar het gaat steeds beter! Met dit gegeven kun je je wel voorstellen dat ik echt onwijs veel uitgegeven moet hebben op die reisjes! Dat is eigenlijk ook wel zo, dus met zometeen weer mijn maandelijkse injectie van de Japanse overheid zal ik het weer wat beter uit kunnen zitten. In ieder geval totdat ik weer naar Kyoto ga omdat Mattias daar dan aankomt, of omdat ik met Fritsie naar Korea wil. Of omdat ik voor een nieuwe computer wil sparen, eentje die wel gewoon Japans kan typen.
Over mijn dagelijks leven hier kan ik verder kort en bondig zijn. Mede dus door de afwezigheid van financiële middelen ben ik ook niet zoveel naar de stad gegaan, en koos ik in plaats daarvan om tevredenheid te vinden in mijn sobere leefstijl. Naar college, naar karate, en een hele hoop films en series kijken, en wat muziek luisteren. Met mijn Japans gaat het redelijk, ben de liefde verklaard door een Koreaanse, en ik begin sommige aspecten van karate ook eindelijk door te krijgen, hoewel ik me nog steeds stijf voel. Maar dat wasbordje en die elastiekbenen die komen er, wat ik je brom!
Jongens, ik vind het wel weer mooi geweest, ik ga maar weer hangen. Ik hoop dat jullie met dit bericht goed op de hoogte zijn, maar mochten jullie vragen hebben, of willen lullen, mail me dan vooral! In de tussentijd zal ik proberen al mijn foto's te updaten naar mijn photobucket site, waarvan de link verder beneden staat. Voor mensen met Facebook is er ook nog de optie om verder te kijken naar foto's waar ik en mijn maten hier opstaan. Rest mij nog te zeggen dat ik jullie een verlaat gelukkig Nieuwjaar wil wensen, en een vervroegd gelukkig Valentijn. Dat we elkaar maar zoveel mogelijk lief hebben, en dat we dat kunnen bewijzen met een 5 keer zo dure geparfumeerde roos!
Toedels!
donderdag 25 december 2008
Tripjes, tripjes, en.....
Hallo iedereen, een update na alweer een maand, mijn kleine update over mijn adres niet meetellend. Wat is er zoal nieuw onder de horizon? Niet zo bar veel eigenlijk. Ik heb een basgitaar gekocht, en daar oefen ik op als ik tijd heb. Nu is het echter vakantie, wat normaal geen reden geeft om niet basgitaar te oefenen, maar ik ben nogal veel van huis. Ik begon me dit te realiseren toen ik eerder deze maand naar Nagasaki ging. In iets meer dan een maand naar Tokyo, Nagasaki, en Kyoto!
Laten we echter even bij het begin beginnen. Ik was na Tokyo 2 weken in Fukuoka, waar ik weer het gewone dagelijkse leven begon. Het gaat tijdens de colleges al iets beter. Ik durf al wat meer te praten, en hoewel mijn Japans niet altijd top is, maak ik dat goed door een beetje uit mijn nek te lullen, en dan vindt iedereen het wel best. Ik krijg er ook meer plezier in, en mijn huiswerk loopt ook nog steeds goed. Een mooi verhaal was wel dat Milan en ik op een avond echt geen zin hadden in het college van de volgende dag. We gingen dus maar met zijn tweeen oefenen op karaoke, want dat achtten we een betere tijdsbesteding. Milan vindt het belangrijk om goed te worden in karaoke, en ik vind het ook wel leuk om te doen. Al die Japanners hebben echter hoge stemmen, dus meezingen is niet altijd even makkelijk. Daarna gingen we nog Kung Fu Panda kijken, en lekker uitslapen die volgende dag. Dat was de enige keer dat ik gespijbeld heb van klas, met misschien wel de coolste reden ooit ("Ja ik was gisteren Kung Fu Panda kijken, dus ik had echt geen zin"). Dat heb ik ze overigens niet verteld.
Daarbuiten loopt karate goed, ik ben al best wel afgevallen sinds ik in Japan ben, en dat kunnen we denk ik ook wel danken aan mijn driemaalweekse (?) trainingen. Mijn dagelijks leven wordt dus hoe langer hoe meer dagelijks, maar verandert in het komende semester ietwat door toevoeging van twee colleges.
Sowieso merk ik dat ik niet echt kan spreken van een dagelijks leven, want ik maak echt heel erg veel tripjes. Begin deze maand ging ik namelijk ook naar Nagasaki, om de aldaar wonende Nederlanders in hun natuurlijke habitat te bekijken. Van Fukuoka naar Nagasaki is een 2 uur durende treinrit in wel de botste trein waar ik in heb gezeten (buiten de eerste klas in de TGV natuurlijk, nogal Leydsch). Leren stoelen, meer dan genoeg beenruimte en een verrukkelijke kamertemperatuur. Na uitgerust te zijn aangekomen werd ik ontvangen door mijn homeboys Pyke en Martijn. Een blij wederzien later zaten we in een van de pittoreske trammetjes die Nagasaki zijn unieke kleur geven. Dat, en ze kosten 100 yen voor welke bestemming dan ook, wat zeer goedkoop is. We praatten eens wat bij, hoe is het in Nagasaki, hoe is het in Fukuoka, hebben jullie in Fukuoka ook musketiers? Na een gezonde wandeling naar de top van een heuvel kwamen we bij de dormitories waar de buitenlanders zijn ondergebracht. In tegenstelling tot de kamer waar ik zit, hebben de Nederlanders een appartement wat ze met 2 of 3 mensen delen, en de 3 persoons appartementen hebben een huiskamertje. Het was die avond toevallig Sinterklaas, de pepernoten die ik meebracht voor de groep werden in het appartement van Pyke, Buddha (Matthias), en Rolf gretig in ontvangst genomen. Niet iedereen was aanwezig, maar het grootste deel wel, en het feest was net tot een einde gekomen. De groep was nog aan het bekomen van een ietwat pikant gedicht van Rolf, maar desondanks was de sfeer gezellig. Voor we het wisten was het 3 uur, en hadden we voor mij niet echt een manier van slapen gevonden. Dat was dus op de bank van een meter lang liggen, met mijn voeten op een stoel, de verwarming op hoog, en het was alsnog veel te koud. Afwisselend op de grond en op die bank heb ik uiteindelijk beter geslapen dan verwacht, en de volgende ochtend zou Pyke mij een beetje Nagasaki gaan laten zien. We gingen naar Deshima, want dat moet natuurlijk, we keken naar de haven en hingen wat rond in verscheidene winkelcentra, wat Nagasaki-Nederlanders nog wel eens schijnen te doen, mij als Fukuoka-Nederlander niet onbekend. Aldaar kwamen wij, niet geheel ontoevallig, Jennifer tegen! Die was namelijk ook in Nagasaki, en we hadden van tevoren ook gepland in Tokyo om elkaar te ontmoeten. Erg concreet hadden we het echter niet gepland, dus toen ik eenmaal bij de aldaar wonende Nederlanders in was getrokken, ging ik wat meer met hen om, en Jenn had ook haar eigen plannen. Het belangrijkste doel wat we echter hadden gesteld was dat ik een bepaalde izakaya (cafe annex restaurant) moest zien. Deze izakaya draagt de naam Biado, oftewel Beard, oftewel Baard. De eigenaar van deze uitspanning heeft namelijk een Baard, dus dat is blijkbaar reden genoeg om je tent ook zo te noemen. Briljant!
Nu aan, ik wilde met Jenn die avond naar Baard, maar de Nagasaki-Nederlanders waren er niet zo voor te porren. Niet geheel onbegrijpelijk, want het is 20 minuten met een bus, en ze kenden hem nog niet. Heel Gallie? Nee, Martijn bood dapper weerstand tegen de overweldigers, en begin die avond stonden we voor de bus te wachten, die er verdacht lang over deed. Uiteindelijk bleek dat ze allemaal naar Baard gingen, dus dat was een goeie grap. Daar aangekomen zagen wij ouderejaars Jennifer zitten, omringd door een kudde Japanners en een zeer lange Amerikaan. Wij namen plaats en een biertje, en lulden de avond weg. De eigenaar was ook aanwezig met zijn hele gezin (vrouw en 2 hele kleine kinderen), en het was echt heel gezellig. Baard (zo heet de eigenaar ook voor het gemak) zelf is echt een hele vette kerel, en ik snap waarom al 4 jaar lang alle Nederlanders bij hem gaan drinken. Ook Martijn en ik werden meteen hartelijk ontvangen, en na een gezellige avond bracht hij ons ook nog eens naar huis! Echt perfect, maar na terugkomst waren er weinig mensen in de dormitories, dus gingen Martijn en ik met gehaaste spoed naar een nabije Izakaya waar de andere Nagasaki-Nederlanders zaten te drinken. In tegenstelling tot Martijn en ik hadden de heren en dame daar al flink diep in het glaasje gekeken, en de rest van de avond (vooral in de mac) werd dan ook een feest om nooit meer te vergeten. Dit laatste heeft wellicht ook een ietwat treurige connotatie, en daarom ook gingen Martijn en ik iets eerder weg dan het de rest. De volgende dag was iedereen ietwat brak, en gingen uiteindelijk alleen Pyke, Buddha en ik naar een nabijgelegen badhuis. Martijn en Allard moesten voetballen, dus die konden niet. Het badhuis was zeer prettig en verfrissend, en we hebben ongeveer 2 uur liggen weken. Verrukkelijk! Helaas, aan alle goede dingen komt een eind, en na lekker gegeten te hebben met Rolf, Allard, Pyke en Martijn (geloof ik), stapte ik met een kerstmokka op de trein terug naar Fukuoka. Lekker in de trein gestudeerd, en nagedacht over hoe fijn een weekendtripje kan zijn.
Toen kwamen nog die zware laatste twee weken voor de vakantie. Die weken dat je eigenlijk al vakantie wil hebben, en dat het verlangen alleen maar groter wordt omdat de vakantie er al bijna is. Uiteindelijk kwam die toch op woensdag de 17e. Vandaar dan ook dat ik die avond meteen op de nachtbus stapte naar Kyoto, een reis die mij duur zou komen te staan. In die zin, de reis was heel goedkoop, maarja, een door Japanners gemaakte bus waar een 1.90m lange buitenlander 10 uur lang in moet zitten is niet een heel goed idee. Nederlanders houden echter ook van goedkoop, dus ik prente mijzelf in dat ik maar 4800 yen had betaald, en toen kwam het wel goed. Temeer omdat er een gezellige jonge Japanner uit Miyazaki naast me zat, die een half jaar seizoensarbeid zou gaan doen in Nagano, om dan verder te kunnen snowboarden. Hij studeerde ook Graphic Design, dus dat deed me denken aan een goede vriend van me uit Utrecht! In ieder geval, het was uiteindelijk niet eens zo afschuwelijk, en vroeger dan verwacht kwamen we om half 8 aan in Kyoto, waar ik bij Angel zou gaan tukken voor een week.
Nu kleefden hier wat complicaties aan. De Amerikaanse vrienden die ik eerder had gemaakt in Kyoto waren bijna allemaal op vakantie, of terug naar Amerika omdat ze hier een half jaar programma hadden. Angel had verder nog college, dus ik was redelijk op mezelf aangewezen. Dat maakt mij gelukkig niet zo uit, want mooie tempels kijken kan ik ook heel goed alleen, misschien wel beter zelfs. Ondanks het weer ben ik uiteindelijk maar een dag kluizenaar-achtig binnengebleven, en heb ik voor de rest wel veel gedaan.
Gelukkig was er wel een Amerikaanse genaamd Wilma overgebleven, dus ik besloot flink wat met haar te gaan hangen. Echt een grappig mens, met een goede dosis east-coast Amerikaanse humor. We zijn een dag bijvoorbeeld wat willekeurig naar haar universiteit gegaan, en vervolgens naar de Kyoto handicraft-fair-winkel-nogwat. Wat het precies voor moest stellen weet ik echt niet, maar het was eigenlijk vooral een tourist-trap. Na mezelf te hebben afgevraagd of ik een ninja wilde zijn, en veel te hard te hebben gelachen om andere toeristenspullen gingen Wilma en ik er maar weer eens vandoor. Er was gelukkig in de buurt een zeer mooie schrijn waar ik wat lage zon foto's van kon nemen, dus de dag was uiteindelijk alsnog goed besteed. Die avond gingen we samen met Angel en een Japanse ook nog wat okonomiyaki (Japanse pannenkoek met spul erin, sorry Japanologen), en wat drinken bij de almachtige bar Moonwalk! Verder weet ik de volgorde van die week eigenlijk niet zo goed, maar ik ben naar nog wat tempels en schrijnen wezen lopen, heb Yuuki en Takuya nog ontmoet, en heb eigenlijk veel gehangen met vrienden. Meer dat eigenlijk dan het normale toeristische verkennen wat ik van plan was. Dit bleek ook heel leuk, dus ik heb een fijne tijd gehad in Kyoto, een tijd waarin ik ook lekker uit kon rusten in plaats van steeds rondrennen. We hebben trouwens ook nog karaoke gezongen, en dat was ook heel grappig. Helaas hadden ze geen Marco Borsato of Andre Hazes, anders had ik ze een poepie laten ruiken. We zijn ook nog naar een soort van apenheul geweest, wat ook zeer interessant was. Lekker naar wild rondlopende Japanse, ietwat agressieve apen gekeken en hopen dat we niet aangevallen zouden worden. Als ik het zo bekijk was de reis nog eigenlijk best divers!
Er is echter een tijd van komen, en een tijd van gaan, en donderdagochtend de 25ste vertrokken Angel en ik met de normale trein van Kyoto naar Fukuoka. Dit was goedkoper dan de bus, en ook nog ruimer. Nu zat Angel ook erbij, en dat maakte de reis een stuk draaglijker. Ik zeg wild dansen op de stationsmuziek, en lekker biertjes tanken in de trein. Het kostte wat kijken en goed opletten, maar na een dag vermoeiend reizen kwamen we toch echt weer aan in wat nu mijn thuisstad aan het worden is. Dat was het al, maar gevoelsmatig wordt het dat ook steeds meer. Nu ligt Angel achter me te tukken, en gaan we zometeen naar Dazaifu, een schrijn in Fukuoka waar ik ook nog nooit ben geweest. Fritsie zou meegaan, maar die klaagt over dat ie de laatste tijd moe is, wat niet zo raar is als je elke avond om 5 uur gaat slapen en op een Christelijke tijd op wil. Nouja, niets aan te doen zeggen we maar. We hopen hier nog een drinkavondje opgezet te krijgen, zodat Angel de mensen waar ik mee omga kan ontmoeten, en ik wil hem nog de universiteit laten zien. Overmorgen al vertrekken wij naar Nagasaki, om daar wel een goed oud en nieuw te kunnen vieren. Kerstmis in een trein waar je al 8 uur in zit is namelijk niet echt denderend. Voor diegenen die het willen ondernemen, de reis duurt ongeveer 12 uur lang, en kost slechts 2300 yen.
Nog een laatste overdenking. Lopende door een van de tempelcomplexen die je vindt in Kyoto, bemerkte ik dat je in de architectuur, of in ieder geval de omgeving van een religie ook kan voelen wat voor een religie het is. Waar je als je een kerk inloopt een soort van nietigheid ervaart, of het idee dat je iets bent betreden waar iets groots aan de hand is, iets waar je respect voor moet tonen, geven Boeddhistische complexen meer het gevoel dat je in jezelf gaat kijken, en dat je je bewust bent van de stilte om je heen. Ikzelf voel me in ieder geval zeer op mijn gemak als ik in mijn eentje door een doodstille weg loop, of wandel door een van de vele tuinen die je daar vindt. Ik begrijp denk ik in ieder geval wel een beetje wat Boeddhisten uit die meditatie trachten te halen, want ook ik als leek wandel met een geruster en lichter hart uit zo'n tempelcomplex. Vooral de Daitoku-ji kan ik iedereen aanraden, echt een prachtige plek!
Mensen, ik houd het hierbij. Excuses voor de beknoptheid op sommige punten; ik herinner me helaas niet alles even goed meer. Ook moet ik nog zien of ik Angel in beweging kan krijgen, en of we nog vooruit gaan komen vandaag!
Zaalige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar iedereen! Ik zie jullie weer volgend jaar!
woensdag 10 december 2008
Yes!
〒813-0016
福岡県福岡市東区香椎浜4丁目5番6-302号
九大留学生会館F棟302号
Nogal lang.
P.S. Een uitgebreider verslag volgt!